Merryscotchbears
Whisky


roedel

Whisky alias Pippo

(°18-09-1989 – †13-06-2005)






Toen we tijdens mijn laatste jaar aan de universiteit samenwoonden in een gemeenschapshuis kwamen we op geheel toevallige wijze in het bezit van “Whisky”, onze eerste hond. Whisky was na het akkoord van alle medebewoners door een huisgenote binnengehaald. Hij was een grote pup van een onbestemde kleur en afkomst (op zijn paspoort stond Tervurense Herder x Bobtail), met een antenne-staart die feilloos alles binnen zijn bereik van de salontafel maaide. De eerste weken ging alles prima, maar dan werd zijn eigenares smoorverliefd… en bracht ze veel meer tijd bij haar vriendje door dan bij Whisky. Die werd hele dagen en nachten aan zijn lot overgelaten in de veranda. Op een dag liet iemand de deur openstaan en liep Whisky de drukke baan op waar de tuin op uit gaf. Recht onder een auto natuurlijk… Gelukkig liep alles goed met hem af en bleef het bij een aantal flinke kneuzingen en een gespalkte poot. Voor ons was dat ongeluk een keerpunt, want van dan af namen wij de zorg voor Whisky over. Het eerste werk was om hem zindelijk te maken, want hij was gewend om zijn ding te doen in de kelder onder de veranda. Ik herinner me nog steeds mijn vreugdedans bij zijn eerste ‘hoopje’ in de tuin!

Tijdens de weekends trokken we huiswaarts en dan was Whisky meer dan welkom bij mijn ouders. In een mum van tijd veroverde hij het hart van mijn vader. En de liefde was wederzijds : Whisky aanbad hem en luisterde even goed (of zelfs beter) naar hem als naar ons. Mijn vader bedacht ook de naam die beter bij hem paste : Pippo (juist ja, naar de clown). Hij groeide op tot een mooie, grote verschijning met een prachtige pluimstaart. Kinderen begroetten hem steevast als ‘Samson’, hoewel zijn kleuren niet echt overeenstemden met die bekende hond.

Pippo had een vrolijk en lief karakter en verwelkomde iedereen als zijn vriend. Ooit lieten we vlak voor zijn neus een muis los, die we levend hadden gevangen. Hij legde zich in speelhouding en leek het doodsbange diertje te zeggen: hé dag maatje, ik doe je niks, hoor! Ook met kater Ingo kon hij het uitstekend vinden. Pippo trad zelfs op als zijn bodyguard tegen de bende katten van de boerderij verderop. Door zijn indrukwekkende formaat kon onze loebas ook ongewenst bezoek afschrikken: vertegenwoordigers of getuigen van Jehova drongen niet aan als je samen met hem de deur ging opendoen…

Hij was een echte waterrat en liet geen enkele plas links liggen. Als jonge onstuimige hond deed hij niks liever dan in de grachten naast het veld lopen. ’s Zomers installeerden we een plastic zwembadje zodat hij kon pootje baden. Op vakantie stonden bezoeken aan een grote waterplas steevast op het programma. Balspelletjes waren zijn favoriete bezigheid. In huis was hij meestal rustig en lag dan het liefste dicht bij ons. Slapen deed hij onderaan de trap, zodat hij ons ’s morgens meteen enthousiast kon begroeten. Hij genoot van een stevige wandeling en tot op hoge leeftijd bleef hij speels. De eenzame dagen van zijn prille jeugd werden meer dan gecompenseerd: hij werd net als een kleinkind ’s morgens bij mijn ouders gebracht en na de werkdag weer afgehaald. Ook vakanties bracht hij later bij hen door, want als senior verdroeg hij de zuiderse warmte niet meer.

De laatste jaren van zijn lange leven werd hij steeds moeilijker te been en incontinent. Bijna doof en blind was hij ook, maar daar leek hij thuis nauwelijks hinder van te ondervinden. Uiteindelijk begon hij ook geestelijk af te takelen. Hij leek niet meer te beseffen waar hij was en werd angstig. En toen hebben we een aartsmoeilijke beslissing genomen en hem laten inslapen. Gedurende bijna 16 jaar was hij onze trouwste vriend, onze metgezel in goede en kwade dagen. De leegte die hij achterliet was dan ook immens. RIP Pippo, we zullen je nooit vergeten.







© Merryscotchbears | Ludo Sermon en Isabelle Van den Abbeel